In november 2022 heeft Amnesty International Nederland het rapport ‘Demonstratierecht onder druk’ uitgebracht. In het rapport geven de auteurs een nauwkeurig overzicht van hoe de overheid door middel van de Wet Openbare Manifestaties structureel het demonstratierecht en daarmee onze mensenrechten schendt. De UVRM en voornamelijk het EVRM worden hierbij als leidraad genomen.
Het rapport leest echter ook als een reclamefolder voor Extinction Rebellion. Net zoals alle andere individuen en groepen hebben zij het volste recht om te demonstreren en protesteren, maar wat opvalt in het rapport is dat er ‘goede’ demonstranten bestaan en extremisten die uiteindelijk ergens toch ook het recht hebben om te demonstreren, met kanttekeningen. Extinction Rebellion, dat zijn blijkbaar de nette demonstranten die groot onrecht wordt aangedaan, getuige de zes gedetailleerd beschreven voorvallen in het rapport.
De actievoerders van Extinction Rebellion worden echter niet geslagen met knuppels of opgejaagd met honden en paarden, ook niet wanneer ze langdurig wegen blokkeren of lokaalvredebreuk plegen. Dat vreedzame demonstranten die protesteerden tegen het overheidsnarratief aangaande corona veelvuldig op o.a. het Malieveld en Museumplein door de politie in elkaar werden geslagen en dat demonstranten die binnen het overheidsnarratief van klimaatverandering ergens tegen protesteren met fluwelen handschoenen worden aangepakt, is Amnesty International blijkbaar al drie jaar lang ontgaan. In het rapport wordt dit onderscheid in ieder geval niet gemaakt.
Boeren en vrijheidsdemonstranten die wegen blokkeren veroorzaken volgens het rapport gevaarlijke situaties, maar wanneer demonstranten van Extinction Rebellion wegen blokkeren en pas na lange tijd door de politie één voor één worden weggedragen, rapporteert Amnesty dat hun demonstratierecht wordt geschonden. Zoek de verschillen.
In het rapport worden groepen demonstranten benoemd als (extreem) rechts, zonder duiding van wat en wie hiermee door de schrijvers van het rapport worden bedoeld. David Icke wordt door de auteurs van het rapport letterlijk voor complotdenker en antisemiet uitgemaakt.
De protesten tegen het vanaf maart 2020 intrekken van de grond- en mensenrechten in Nederland, wat door de overheid tot op heden al drie jaar lang wordt verkocht als ‘noodzakelijke maatregelen ter bestrijding van het virus’, worden door de auteurs in het rapport in verband gebracht met geweld tegen politieagenten. Wat onvermeld blijft is dat deze vrijheidsdemonstranten geen politiemensen aanvallen. Sommigen verdedigen zichzelf echter wel tegen aanvallen van politieagenten of staan anderen bij die hier het doelwit van zijn. Weer anderen blijven staan of zitten wanneer ze door gemaskerde anonieme politieagenten in gevechtstenue inclusief helm en gezichtsbedekking met knuppels worden geslagen.
Dat veteranen en oud-militairen zich zelfs genoodzaakt voelden om In Het Gelid Voor Vrijheid op te richten om bij vreedzame demonstraties tegen de coronamaatregelen als menselijk schild tegen politiegeweld te dienen wordt in het rapport nergens vermeld, wat gezien de unieke aard van dit fenomeen opmerkelijk genoemd mag worden.
Op een grasveld staan om je tegen de coronamaatregelen uit te spreken was vanaf de lente van 2020 ruim twee jaar lang genoeg aanleiding om door politieambtenaren met een waterkanon beschoten te worden en met knuppels op het hoofd geslagen te worden, zo mogelijk vanaf bovenop een paard waarmee de betreffende politieambtenaar door de menigte galoppeerde. Honden werden ingezet om angst in te boezemen en om mensen die zich verdedigden tegen politiegeweld te bijten. Verschillende mensen zijn hierdoor ernstig gewond geraakt.
De provocatieve inzet van politieagenten in burgerkleding die, vaak gemaskerd, vreedzame vrijheidsdemonstranten met knuppels aanvallen en onverhoeds met een hoop geweld individuen uit een menigte vreedzame demonstranten plukken, laat het rapport ook onvermeld.
In het rapport ontbreekt een belangrijke paragraaf aangaande door de politie gebruikte geweldsmiddelen: vuurwapens. In Rotterdam heeft de politie op 19 november 2021 vanaf afstand in de menigte ongewapende mensen geschoten, buiten noodweer. Onder andere een verslaggever van Onrecht TV is in z’n buik geschoten door een politieagent. Amnesty hult zich hierover in stilzwijgen. Dat het protest tegen de coronamaatregelen vreedzaam verliep totdat de politie tot geweld overging wordt niet vermeld. De schrijvers van het rapport spannen zich zelfs in om de mensen die zich die avond rond de Coolsingel verzamelden om te protesteren tegen de coronamaatregelen weg te zetten als een schimmige groep, een die zeker niet beschermd werd door het demonstratierecht.
Dat Amnesty International niet zuiver op de graat is, is in hoofdstuk 1 van het rapport al te lezen: “Weliswaar komen in Nederland geen generieke verboden voor en was het ook tijdens de lockdowns vanwege de coronapandemie nog steeds mogelijk om (beperkt) te demonstreren”. Met geen woord wordt in het verder zeer uitgebreide en gedetailleerde rapport ingegaan op de aard en oorsprong van deze beperkingen.
En niet alleen in het rapport, maar ook op de gehele website van Amnesty International Nederland is geen woord te vinden over de mensenrechtenschendingen die het verplicht aanhouden van de veilige afstand van anderhalve meter en opgelegde limieten aan groepsgroottes zijn, ook al werden deze als excuus gebruikt om mensen die zich in protest hiertegen vreedzaam verzamelden in elkaar te slaan en te vervolgen.
Amnesty International heeft zelfs in het geheel al drie jaar lang geen enkel woord besteed aan het feit dat de coronamaatregelen mensenrechtenschendingen waren.
Neen, wanneer het deze ‘maatregelen ter bestrijding van de pandemie’ betreft refereert Amnesty uitsluitend aan de plicht van de overheid om maatregelen ter bevordering van de volksgezondheid te treffen. Mensenrechten hoeven hierbij niet gerespecteerd te worden, blijkbaar. Ook niet binnen het demonstratierecht.
Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief
Blijf betrokken, blijf wakker, volg LNN!
Demonstranten met een “juiste” mening?
Als de mening in het straatje past van de overheid wordt bedoeld.
Extinction Rebellion past in het klimaat-plaatje.
Amnesty is in deze bevooroordeeld.