Luchtvaartbedrijven moeten noodgedwongen vliegtuigen in het Europese luchtruim laten vliegen, om hun start- en landingsrechten te kunnen behouden. Reisbeperkingen, minder vakantiegangers en een terugloop in zakenreizigers door het onrechtmatige coronabeleid zorgen ervoor dat luchtvaartbedrijven minder vluchten geboekt hebben in hun systeem. Zij moeten echter vijftig procent van hun “tijdslots” benutten om deze te kunnen behouden.
Wat de nieuw aangestelde minister van Stikstof hiervan vindt, is nog niet duidelijk. Terwijl de boerenbedrijven aan banden worden gelegd met het produceren van voedsel voor de bevolking, stijgen en landen nu duizenden lege vliegtuigen voor niets meer dan het behoud van hun vluchtcapaciteit. In de EU is een zogenaamde “klimaatnoodtoestand” afgeroepen, waarbij Nederland bijzonder strenge eisen stelt aan het boerenbedrijf terwijl naar verhouding de luchtvaartindustrie ruim baan krijgt.
De lege vliegtuigen in het luchtruim worden spookvluchten genoemd. Hoewel in maart 2020 de Europese Commissie de regels omtrent slotgebruik al tijdelijk wilde opschorten, is eind juli 2021 anders besloten. Vliegtuigmaatschappijen moeten op basis van dit besluit vijftig procent van hun slots halen. Airport Council International (ACI Europe), stelt dat de spookvluchten niet nodig zijn en dat er uitzonderingsmogelijkheden bestaan wanneer de vijftig procent niet gehaald wordt. Het is opmerkelijk te noemen dat luchtvaartmaatschappijen er dan toch voor kiezen om spookvluchten te laten opstijgen en landen