In een zaak die is aangespannen tegen YouTube door auteur, toneelregisseur, en filosoof Ab Gietelink en huisarts Rob Elens is door de rechter in Amsterdam besloten dat YouTube video’s niet mag verwijderen, omdat daar meningen in te horen zijn die ingaan tegen Covid-19 maatregelen van het WHO wereldwijd en het Nederlandse RIVM.
In het oordeel valt te lezen dat ondanks dat YouTube-moederbedrijf Google had aangevoerd dat het wel de vrijheid heeft om die video’s te verwijderen, de rechtbank het daar niet mee eens is: “Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is een strikte toepassing door YouTube van haar beleid om uitsluitend content die in lijn is met de visie van de WHO en het RIVM toe te staan te beperkt en in verband met de horizontale werking van de vrijheid van meningsuiting niet toegestaan.”
Beide heren hebben twee maal met elkaar gesproken bij Café Weltschmerz. Café Weltschmerz is een burgerjournalistiek platform dat onder meer op haar YouTube kanaal verschillende actuele maatschappelijke onderwerpen behandelt.
Het eerste interview ging over de Covid-19 behandeling die dr. Elens op een tiental patiënten had toegepast. Deze video werd na 4 dagen van YouTube verwijderd.
Het tweede interview haakt hierop aan en gaat in dr. Elens zijn protest tegen het RIVM en proces tegen de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Dit interview werd na 2 dagen verwijderd.
In de aanklacht stellen de heren stellen, kort gezegd: “Dat YouTube met de verwijdering van de video’s wanprestatie pleegt jegens Café Weltschmerz en dat die tekortkoming onrechtmatig is jegens hen. Verder stellen zij dat YouTube ook los van enige contractuele tekortkoming onrechtmatig jegens hen handelt. Eisers hebben onder meer naar voren gebracht dat het door YouTube gehanteerde Covid-19 beleid, waarbij content wordt verwijderd die in strijd is met de visie van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en lokale gezondheidsorganisaties (in Nederland: het RIVM), te beperkt is en dat de verwijdering van de video’s als gevolg van dit beleid een onaanvaardbare beperking vormt van hun recht op vrijheid van meningsuiting.”
In de interviews komt ter sprake dat dr. Elens zogenaamd de man is die het geneesmiddel Hydroxychloroquine in Nederland op de agenda plaatste. Volgens dr. Elens is dit middel in een combinatietherapie met zink en antibiotica met succes toegepast op een 10-tal patiënten. Hoewel het middel (een bekend anti-malaria middel) door meerdere onderzoekslaboratoria is getest werd het door de Inspectie verboden het voor te schrijven. Hij protesteerde en geeft in de interviews zijn visie. Daarom achten beiden heren dat deze video’s onderdeel vormen van een belangrijk publiek debat over de wereldwijde bestrijding van Covid-19, en of het medicijn hydroxychloroquine als een effectief middel tegen Covid-19 kan worden bestempelt. Ook moet kritiek op de visie van de WHO en het RIVM mogelijk zijn en kan deze niet worden aangemerkt als misleidende informatie, volgens de heren.
In het oordeel volgt de voorzieningenrechter volgt de eisers in hun standpunt dat de omstandigheid dat YouTube één van de grootste online platforms en zoekmachines met een wereldwijd bereik is met zich brengt dat op haar een grote verantwoordelijkheid rust. “Bij het voeren van een publiek debat op internet, dat in een democratische samenleving mogelijk moet zijn, speelt YouTube immers als één van de grote spelers op de markt een overheersende rol.“, aldus de rechter.
Met inmenging in de content door YouTube kan de vrijheid van meningsuiting in het gedrang komen. YouTube heeft als commercieel bedrijf en open platform zich te houden aan een eigen beleid maar aan wetten en richtlijnen van buiten af zoals de door de Europese Commissie opgestelde Code of Practice on Disinformation. Volgens eigen zeggen legt YouTube de grens bij het verspreiden van onjuiste, schadelijke en gevaarlijke informatie, zoals uitgewerkt in haar beleid en waarin zij tot het beperken daarvan ook aangespoord wordt door onder andere de Europese Commissie. Om met de verwijdering van deze interviews te spreken van een fundamentele wijziging in het beleid van YouTube dat immers in overeenstemming is met de aanwijzingen van de Europese Commissie, zou te ver gaan volgens de rechter: “Het komt erop aan op welke wijze YouTube het beleid inzet”.
Van YouTube mag het debat over de werkzaamheid van HCQ worden gevoerd, maar in de video’s gaat de claim verder. Daarnaast wordt in de video’s besproken hoe buiten de reguliere paden om aan het middel (of een alternatief) kan worden gekomen. Verder worden in de video’s de 1,5 meter maatregel en zelfisolatie ondermijnd.
In het oordeel concludeert de rechter hierover het volgende: “Het moge zo zijn dat [eiser 2] meent dat het bij 10 van zijn patiënten heeft gewerkt, dat hij in het middel gelooft (als het in een vroeg stadium wordt gebruikt) en dat hij daar een maatschappelijk debat over wenst te voeren, maar voor dat doel dient hij zijn stellingen ook met deze nuance te formuleren. Dat doet hij niet. Zoals het in de interviews door hem is verwoord, vormt het geen onderdeel van het debat, hetgeen YouTube wel zou hebben toegelaten, maar bevatten zijn uitlatingen onjuiste informatie die mogelijk schadelijk en gevaarlijk is. Juist als arts dient hij zich dit te realiseren. Dat geldt overigens niet voor de kritische uitingen over de 1,5 meter-maatregel en zelfisolatie. Daarover wordt een mening geventileerd, die wel kan bijdragen tot debat.”
De rechter is daarmee net als YouTube van mening dat het gaat om het verspreiden van desinformatie die mogelijk schadelijke gevolgen heeft. De beslissing om de video te verwijderen is volgens de rechtbank terecht en hoeven niet worden teruggezet.