Geachte heer Oosterbaan, Beste Eric, Ik ga je tutoyeren.
In de afgelopen dagen een poging te hebben gedaan met jouw in contact te komen, en op de man af te vragen wat de afgelopen 18 maanden voor je hebben betekend, heb je een volmondig NEE afgegeven. Een poging om elkaar zienswijze te vergelijken en tot een dialoog te komen elkaar volledig te gaan begrijpen. Elkaar een platform te geven en in het mooiste geval de verbinding op te zoeken.
Gisteren wilde ik je, tijdens de optocht, nog opzoeken en spreken maar gelukkig is dat niet gebeurd. Na meerdere gesprekken met de un-muters en ze de vraag te stellen; “Vindt jij dat je vrijheid in een QR code zit?”, kreeg ik telkens het zelfde antwoord. Antwoorden die bevestigden van wat ik al wist.
Ik zal kort schetsen in welke situatie je bent belandt. Ik zal hiervoor een metaforisch verhaal gebruiken, zodat je het misschien gaat begrijpen.
Er was eens een land, genaamd The Flatlands. The Flatlands, was een mooi groen land vol met natuur, akkers en nederzettingen. De Koning, de Adel en de leiders van dit land waren niets anders dan die van andere landen en samen smeedden ze regelmatig snode plannen om de bevolking te beroven van hun bezittingen en vrijheid. Kooplieden, Boeren en Ambachtslieden zouden uiteindelijk al hun bezittingen op moeten geven aan een kleine groep elitairen.
De leiders wisten dat dit niet zomaar van één op de andere dag kon worden geregeld dus spraken ze met elkaar af hun onderdanen de stuipen op het lijf te jagen. De kwaadwillende Adel en elite bedachten een list om de bevolking te misleiden. Een situatie te ontwerpen waarbij de werkende klasse volledig afhankelijk zou raken van hen die deze list zouden hebben gecreëerd.
De machthebbers kondigden aan dat zij in Oorlog waren geraakt met een nog onzichtbare vijand. Vele soldaten waren al gesneuveld zeiden ze, en er werd afgekondigd thuis te blijven. Je moest de ramen en deuren sluiten. Je mocht niet met de buren spreken, en vooral niet samen te komen. Je wist tenslotte niet wie de vijand was. Ambachten werden gesloten, en eten mocht je alleen kopen met een zak over je hoofd. Er mochten geen pamfletten worden gedrukt. Alle communicatie over de vijand en gebeurtenissen waren verboden. Je wist niet wie de verraders of spionnen waren!
De werkende klasse had het zwaar. Het geld raakte op en een roep om hulp naar de macht was het gevolg. De machthebbers reageerden naar hun onderdanen; “Wij geven jullie papier en met dat papier kunnen jullie eten kopen”. Alle voorraden die het land had aangelegd voor slechtere tijden werden gebruikt en verdeeld onder hen die dit speciale papier hadden.
De machthebbers maakten met hun onderdanen een afspraak. Ze kregen het papier natuurlijk niet zomaar!, Deze voedsel papieren waren niet gratis. Zodra de vijand zou zijn verslagen zou de bevolking worden gevraagd alles met rente terug te betalen. Kon je de afspraak niet nakomen dan zouden er gevolgen zijn. Hiermee ging de bevolking akkoord. Bij de vraag van de bevolking aan de Koning of jonge mannen aan het front mee konden vechten kwam het antwoord dat dit niet nodig was. Het leger van de koning was groot genoeg.
De machthebbers wisten dagelijks te vertellen dat de vijand oprukte en het een kwestie van tijd was voordat ze het land zouden binnenvallen. Er werd hard gevochten. De hospitalen lagen vol met gewonden. Het was verschrikkelijk. Gelukkig hoefde de bevolking dit allemaal niet te zien.
Een order werd uitgevaardigd om de nederzettingen te verlaten. Dit deden de onderdanen. Ze lieten hun bedrijven en akkerland achter. De machthebbers eisten één ding. Je mocht geen touw en gereedschap mee nemen!!. De angst zat er goed in. Hals over kop vertrokken de mensen naar veiligheid. Alleen samen zouden ze de vijand verslaan.
De bevolking had zo lang stilgezeten dat onderhoudt aan land en vervoersmiddelen waren vergeten, en tijdens hun exodus kwamen ze nog dieper in de problemen. Karren raakten vast in de modder, wielen braken, de hoeven van de paarden begonnen er af te vallen en uiteindelijk kwam de uittocht tot een stilstand. Hoe moesten ze toch al hun spullen meekrijgen?. Ze hadden geen touw om zich uit de modderpoelen te trekken en ze hadden geen gereedschap om hun paarden te voorzien van nieuwe hoeven en of de wielen van de wagens te repareren. De machthebbers hadden deze spullen tenslotte nodig om vijand tegen te houden hadden ze gezegd. Een vijand die nog niemand had gezien. Ze zouden er toch wel zijn? En zou het lukken om de vijand te verslaan?
De nieuwsbrengers kwamen elke dag terug van frontlinie om te vertellen dat ze aan de verliezende hand waren. Het advies kwam om alles achter te laten. De vijand had gezegd; “Laat je spullen, ouderen en kinderen achter en wij zullen ze sparen”. Zo gezegd zo gedaan. De mensen waren tenslotte zo bang, ze zouden alles doen om te kunnen vluchten en te overleven. De koning had het tenslotte goed met hen voor toch? Een confrontatie en gevecht was absoluut geen optie. Ze kregen tenslotte nog steeds papier waarmee men eten kon kopen. Maar de voorraad eten raakte op. Dat was er niet meer. De onzichtbare vijand had alles ingenomen. De Nederzettingen, de ambachten, het akkerland en zelfs hun kinderen. Maar ze leefden gelukkig nog.
Zeven jaren waren voorbij gegaan. Ze hadden de vijand gelukkig nooit gezien. De bevolking was uitgeput en verslagen. Ze woonden nergens en plots kwam het nieuws; “De vijand trekt zich terug!, De vijand trekt zich terug! Jullie kunnen naar huis”. Vol goede moed liep de bevolking in een maanden lange tocht terug naar de plek vanwaar ze ooit waren vertrokken. Toen ze aankwamen was eigenlijk alles nog daar waar het was. Niets was kapot en er was geen indicatie dat er strijd was gevoerd. Gelukkig was alles in tact. Ze hoorden dat hun kinderen in ieder geval een opleiding hadden genoten in de scholen van de vijand. Op de voordeuren hing een blaadje van de Koning:
“Geachte onderdanen, zeven jaar lang hebben jullie niets aan de welvaart van dit land kunnen bijdragen en uit hand van de Koning kunnen eten. In samenwerking met de voormalige vijand kondigen wij af dat al uw bezittingen zijn geconfisqueerd. Gaat u niet akkoord dan krijgt u uw kinderen niet terug en worden zij verkocht. U zult uw schulden met rente terugbetalen en werken voor het Koninkrijk. Uw Taveernes mogen open, maar hier mag niet worden gesproken over wat u is overkomen. Kranten mogen alleen worden gedrukt door uw leiders. Indien u uw schulden niet kunt afbetalen zal de inmiddels terug getrokken vijand u opsluiten en uw kinderen afpakken. Ik jullie Koning, uw Adel en leiders hebben zeven jaar gezorgd voor uw uw gezondheid en veiligheid. Om te kunnen zien wie onze onderdanen zijn wordt het binnenkort verplicht om het familiewapen van de koning in je nek te laten branden. Ieder jaar moet dit opnieuw om aanspraak te maken op de garanties van de Koning.
Het enige wat wij van u verwachten is volledige medewerking en niets minder”
Moraal:
Wie slaapt in “democratie”en wordt wakker in een dictatuur.
Marianne Zwagerman: https://twitter.com/mariannezw/status/1436980052810473473?s=21
Dank aan RIJK TV voor de reportage bij Un-Mute Us en het mogen gebruik van deze video in dit opiniestuk.